De geschiedenis Shaolin Kempo Silat
De geschiedenis van deze krijgskunst is veelal vaag en ingewikkeld. Het antwoord op de vraag waar Kempo nu precies vandaan komt is helaas niet eenduidig. Op het internet is veel informatie te vinden, echter is de precieze oorsprong van Kempo niet 100% te achter halen.
Tegenwoordig zijn er veel verschillende stijlen. De (oorspronkelijke) Chinese krijgskunsten worden ook wel verzameld onder de namen Chinees boksen, Kung fu, Wushu of Ch’uan Fa/Kempo (Japanse benaming). Ze hebben alle een iets andere betekenis. De verschillen tussen de stijlen ontstonden doordat de technieken steeds werden aangepast aan verschillende situaties, voorkeuren en culturen. In de ene situatie waren korte bewegingen beter, in de andere situatie de lange. De één had voorkeur voor sierlijke bewegingen en de andere voor strakke bewegingen.
‘Zachte’ en ‘harde’ stijl
De stijlen zijn ruwweg onder te brengen in twee categorieën: de ‘zachte’ stijl en de ‘harde’ stijl. Voorbeelden van zachte stijlen zijn T’ai Chi Ch’uan en Pa Kua. Voorbeelden van de harde stijl zijn Wing Chun (oorspronkelijk stijl van o.a. Bruce Lee) en Shaolin Kung Fu. Deze gaan ervan uit om kracht tegen te gaan met harde technieken.
De stijlen zijn ruwweg onder te brengen in twee categorieën: de ‘zachte’ stijl en de ‘harde’ stijl. Voorbeelden van zachte stijlen zijn T’ai Chi Ch’uan en Pa Kua. Voorbeelden van de harde stijl zijn Wing Chun (oorspronkelijk stijl van o.a. Bruce Lee) en Shaolin Kung Fu. Deze gaan ervan uit om kracht tegen te gaan met harde technieken.
Buiten China ontwikkelden zich meerdere krijgskunsten en stijlen. Hoe en wanneer deze krijgskunsten exact zijn ontstaan, en in hoeverre deze afstammen van de Chinese stijlen is niet altijd te herleiden. Enkele voorbeelden zijn Birma (Bando), Thailand (Muy-Tay), Maleisië (Bersilat), Indo-China (Viet-Vo-Dao), Korea (Tang-Soo-Do, Hwarang-Do), Okinawa Te (Karate) en Indonesië (Pencak-Silat). Veel van deze namen zijn verzamelnamen. Zo zijn er in Indonesië meer dan 800 stijlen die onder Pencak Silat vallen.
Vermenging Chinese- en inheemse stijlen
In Indonesië, ongeveer vanaf 1500, werden Chinese stijlen met inheemse stijlen gemengd. In Indonesië leidde dat ertoe dat het inheemse Pencak Silat werd vermengd met Chinese (Kung Fu) stijlen. Deze stijlen werden in Indonesië geïntroduceerd door migranten. De meeste migranten kwamen uit het Zuiden van China. Over het algemeen staan de zuidelijke stijlen bekend om hun sterke arm- en handtechnieken, hun stabiele standen en snelle voetenwerk. Terwijl de noordelijke stijlen meer bekend staan om hun hoge, snelle trappen met vloeiende en snelle bewegingen.
In Indonesië, ongeveer vanaf 1500, werden Chinese stijlen met inheemse stijlen gemengd. In Indonesië leidde dat ertoe dat het inheemse Pencak Silat werd vermengd met Chinese (Kung Fu) stijlen. Deze stijlen werden in Indonesië geïntroduceerd door migranten. De meeste migranten kwamen uit het Zuiden van China. Over het algemeen staan de zuidelijke stijlen bekend om hun sterke arm- en handtechnieken, hun stabiele standen en snelle voetenwerk. Terwijl de noordelijke stijlen meer bekend staan om hun hoge, snelle trappen met vloeiende en snelle bewegingen.
De gemengde stijlen van Pencak Silat met de Chinese (Kung Fu) stijlen kregen de naam Kun-Tao.
Een stijl waarin Kun-Tao voorkomt is dus de benaming voor een Indonesische stijl met Chinese origine. Ook wordt het wel geformuleerd als de door de Chinezen in Indonesië beoefende krijgskunst. Waarbij deze stijl beïnvloed is door Pencak Silat.
Carl Faulhaber
Carl Faulhaber (geboren in 1923 in Semarang, Centraal Java, Indonesië) zou twee leraren hebben gehad. De eerste leraar was een volledig geïntegreerde Chinese immigrant, Pernakan Chinees. Faulhaber leerde van hem het Kun-Tao systeem. Zijn tweede leraar was een Dukun, een soort traditionele Indonesische medicijnman. De Dukun, wiens verdere identiteit onbekend is, leerde hem een lokale Pencak-Silat stijl genaamd Pukulan. Pukulan laat zich beschrijven als een zeer korte, agressieve en voornamelijk aanvallende stijl. Met snelle handtechnieken en korte, snelle lage traptechnieken.
Carl Faulhaber (geboren in 1923 in Semarang, Centraal Java, Indonesië) zou twee leraren hebben gehad. De eerste leraar was een volledig geïntegreerde Chinese immigrant, Pernakan Chinees. Faulhaber leerde van hem het Kun-Tao systeem. Zijn tweede leraar was een Dukun, een soort traditionele Indonesische medicijnman. De Dukun, wiens verdere identiteit onbekend is, leerde hem een lokale Pencak-Silat stijl genaamd Pukulan. Pukulan laat zich beschrijven als een zeer korte, agressieve en voornamelijk aanvallende stijl. Met snelle handtechnieken en korte, snelle lage traptechnieken.
Carl Faulhaber creëerde zijn Kun-Tao Macan stijl door de Kun-Tao stijl, die hij had geleerd van de Chinees, op basis van zijn kennis van Pukulan aan te passen. Nadat Indonesië onafhankelijk werd kwamen er veel migranten vanuit Indonesië naar Nederland. Waaronder Carl Faulhaber. Hij was lid van de KNIL (Koninklijke Nederlandsch Indisch leger), die in 1954 naar Nederland vertrok.
G.K. Meijers
In 1962 ontmoette Carl Faulhaber via het leger een andere KNIL-veteraan G.K Meijers. Meijers was toen al bekend met andere stijlen, maar was vooral aanhanger van het Kyokushinkai karate (Japans karate). Carl Faulhaber was ook onder de indruk van het Karate dat Meijers liet zien. Door de karatestijl die werd beoefend door G.K Meijers samen te voegen met Kun-Tao van Faulhaber was er een nieuwe stijl gevormd die men het Shaolin Kempo systeem noemde.
In 1962 ontmoette Carl Faulhaber via het leger een andere KNIL-veteraan G.K Meijers. Meijers was toen al bekend met andere stijlen, maar was vooral aanhanger van het Kyokushinkai karate (Japans karate). Carl Faulhaber was ook onder de indruk van het Karate dat Meijers liet zien. Door de karatestijl die werd beoefend door G.K Meijers samen te voegen met Kun-Tao van Faulhaber was er een nieuwe stijl gevormd die men het Shaolin Kempo systeem noemde.
Er werd lesgegeven naar Japans voorbeeld en de technieken kregen de Japanse benamingen. De naam Kempo is dus pas begin jaren 60 geïntroduceerd in Nederland en heeft niet een directe link met het Ch’uan Fa. Het Kempo in Nederland is daarom uniek en is in ons land verder ontwikkeld.
‘The ring of five’
Carl Faulhaber gaf in eerste instantie les aan vijf studenten: ‘The ring of five’. Na het overlijden van Faulhaber in 1974 valt de groep uit elkaar en gaat ieder zijn eigen weg. De oorspronkelijke stijl van Faulhaber wordt bijna niet meer beoefend. De meesten uit ‘The ring of five’ en verdere studenten, vermengen het Kempo wat zij hebben geleerd met andere Pentjak Silat, Kun-Tao, Karate en Kung fu stijlen. Zo ontstaan er eigenlijk allemaal nieuwe (sub) stijlen die oorspronkelijk de Kun-Tao Macan/Kempo stijl van Faulhaber als basis hebben.
Carl Faulhaber gaf in eerste instantie les aan vijf studenten: ‘The ring of five’. Na het overlijden van Faulhaber in 1974 valt de groep uit elkaar en gaat ieder zijn eigen weg. De oorspronkelijke stijl van Faulhaber wordt bijna niet meer beoefend. De meesten uit ‘The ring of five’ en verdere studenten, vermengen het Kempo wat zij hebben geleerd met andere Pentjak Silat, Kun-Tao, Karate en Kung fu stijlen. Zo ontstaan er eigenlijk allemaal nieuwe (sub) stijlen die oorspronkelijk de Kun-Tao Macan/Kempo stijl van Faulhaber als basis hebben.
Onze stijl heeft de meeste invloeden van Faulhaber. Zie onze stamboom voor meer informatie over de herkomst van onze stijl.